Burn out
Burn-out; een fenomeen zonder juiste diagnostiek
Burn-out; een fenomeen van deze tijd. Maar wat houdt een burn-out in? Hoe kunnen we hier zicht op krijgen, terwijl een officiële diagnose in de praktijk ontbreek? Burn-out; waar hebben we het eigenlijk over?
Bij een burn-out wordt alles als ‘te veel’ ervaren; de rek is er uit. De interesse in de omgeving is vaak sterk verminderd; dit gaat gepaard met desinteresse, concentratieproblemen, initiatiefverlies, het toenemen van emoties en een gevoel van ‘overprikkelbaarheid’. Regelmatog bestaan er in – en doorslaapproblemen en lichamelijke klachten kunnen toenemen zoals hoofdpijn, buikpijn en maagklachten.
Van oorsprong is burn-out een werk gerelateerd fenomeen, maar tegenwoordig refereert het aan meer vormen van overbelasting. Termen als overspannenheid, burn-out, oververmoeidheid en lethargie worden door elkaar gebruikt wanneer er sprake is van uitputtingsverschijnselen. De term burn-out werd voor het eerst in de jaren zeventig genoemd, toen de Amerikaanse psycholoog Herbert Freudenberger bij bevlogen zorgprofessionals vormen van uitputting waar nam.
De diagnose burn-out staat niet in de Diagnostic Statistical Manual-5 (DSM-5)1 of de ICD-classificatie van de WHO. Indien een cliënt met symptomen van burn-out zich in de psychologische praktijk laat zien, wordt het daarom vaak geschaard onder stemmingsstoornissen zoals een angst- of depressieve stoornis. In het verleden werd een burn-out ook wel gezet onder een aanpassings- of overig somatoforme stoornis. Volgens mijn collega psychologen wordt een burn-out tegenwoordig niet meer hieronder geclassificeerd, gezien het feit dat deze classificatie niet meer vergoed wordt door zorgverzekeraars. Dit leidt tot onzuivere classificaties bij behandelaren. De keuze voor depressieve- of angststoornis ligt dan voor de hand. In communicatie met collega’s wordt de term burn-out dan wel gebruikt. In essentie is er echter een groot verschil tussen bovengenoemde stoornissen en een burn-out; burn-out is geen stemmings- maar een energiestoornis, al kunnen er wel overlappen zijn.
Overspannenheid en burn-out worden vaak door elkaar gebruikt. Tegenwoordig is de algemene lijn onder huisartsen en bedrijfsartsen om het begrip burn-out te reserveren voor een overspannenheid die langer duurt dan 6 maanden. Er wordt vanuit gegaan dat het in wezen om dezelfde klachten gaat maar dat er bij burn- out wel vaker vermoeidheidsklachten en ander lichamelijke klachten kunnen zijn opgetreden die het herstel vertragen. Hierdoor kan de burn-out ook op een chronisch vermoeidheidssyndroom gaan lijken.
Er zijn vragenlijsten in omloop die proberen meer duidelijkheid te verschaffen of er sprake is van burn-out, terwijl ze niet gebruikt mogen worden om een diagnose te stellen. Voorbeelden van vragenlijsten en schalen die worden gebruikt zijn de Utrechtse Burn-out Schaal (UBOS) of de Vierdimensionale Klachtenlijst (4DKL)2. De afkapwaardes hiervan zijn echter niet altijd valide en kunnen leiden altijd tot een behoorlijke overdiagnostisering. Het CBS meet burn-outklachten3 al sinds 1997 met een variant van de UBOS, de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA). De NEA wordt uitgevoerd door het CBS en TNO. Daaruit blijkt dat in 2020 17 procent van de werkende Nederlanders burn-outsymptomen had, tegenover 10 procent ongeveer twintig jaar daarvoor. Het hoogste percentage ligt onder de leeftijdsgroep 25 tot 35 jaar (21%), en vrouwen zijn meer vertegenwoordigt dan mannen. Burn-out symptomen komen dus veel voor en een gedegen onderzoek over diagnostiek en interventies bij burn-out is van groot belang. Mede door het ontbreken van valide diagnostiek, bestaat er bijna geen gedegen onderzoek naar interventies bij burn-outklachten. Er is weinig bekend over de effectiviteit van behandelingen. Voor een juiste behandeling, is naast diagnostiek, het van belang om inzicht te krijgen in de neuro-biologische processen die achter een burn-out liggen. Er zijn verschillende neuro-biologische disbalansen te onderscheiden, welke in kaart gebruikt kunnen worden door aanvullend onderzoek. Zodra er inzicht is in de achterliggende disbalans, kan een behandeling op maat worden gestart.
In het volgende artikel zal ik in gaan op de neurobiologische achtergronden en van burn-out.
Geschreven door:
Drs. Jacqueline Elferink heeft psychologie gestudeerd en daarna ook orthomoleculaire geneeskunde en haptonomie.
Schrijf je hier in voor de cursus Burn-out
Bestel hier de Burn-out Plus combitest
1 De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5) is een gereviseerd classificatiesysteem waarin internationale afspraken zijn gemaakt over welke criteria van toepassing zijn op een bepaalde psychische stoornis op basis van (nieuwe) wetenschappelijke inzichten.
2 De 4DKL is een handzaam hulpmiddel om veelvoorkomende psychosociale klachten in kaart te brengen en te bepalen of nadere diagnostiek nodig is.
3 Vinkers C. et all; Verwarring rond burn-out maakt diagnose lastig. We weten eigenlijk niet goed waar we het over hebben. Medisch contact, 1 mei 2019.
Geschreven op 18 januari 2021.